Afbouwen Antidepressiva: Complete Gids voor veilig stoppen
Antidepressiva compleet afbouwen kost veel gebruikers heel veel moeite, zelfs met professionele ondersteuning en een juiste voorbereiding. Volgens panelonderzoek door Radar heeft zo’n 40% van gebruikers van populaire antidepressiva een mislukte stoppoging meegemaakt. In de meeste gevallen kwam dit door te heftige ontwenningsverschijnselen. Tegelijkertijd geeft bijna 1 op de 5 mensen aan dat ze meer dan een half jaar nodig hebben voor het afbouwen, terwijl de meeste afbouwschema’s maximaal 10-15 weken duren. Op deze pagina wordt uitgelegd hoe het afbouwen van antidepressiva eruit kan zien, welke hulp er beschikbaar is en hoe je een terugval kunt voorkomen van je psychische klachten.
Inhoud
Wat zijn antidepressiva?
Antidepressiva zijn medicijnen voor het behandelen van depressieve klachten en andere psychische aandoeningen. Ze beïnvloeden de balans van neurotransmitters in de hersenen, zoals serotonine, noradrenaline en dopamine. Deze ‘boodschappercellen’ spelen een belangrijke rol bij je stemming en emoties. Antidepressiva werken niet meteen. Vaak duurt het enkele weken voordat de effecten merkbaar zijn, volgens de beschikbare geneesmiddeleninformatie. Ook zijn er meerdere groepen antidepressiva die verschillen in de snelheid van werking, effecten en bijwerkingen.
Mogelijke soorten antidepressiva zijn:
- Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s): Tegenwoordig de meest voorgeschreven groep antidepressiva. Ze verhogen het niveau van serotonine in de hersenen door de heropname ervan te blokkeren, waardoor depressieve klachten afnemen. Bekende voorbeelden zijn citalopram (Cipramil), sertraline (Zoloft) en paroxetine (Seroxat). Ze hebben relatief milde bijwerkingen, zoals misselijkheid, slapeloosheid en verminderd libido.
- Serotonine-noradrenalineheropnameremmers (SNRI’s): Medicijnen die zowel werken op serotonine als noradrenaline, waardoor ze effectiever kunnen zijn bij ernstige depressies of chronische pijn. Bekende voorbeelden zijn venlafaxine (Efexor) en duloxetine (Cymbalta). Bijwerkingen kunnen onder andere een hoge bloeddruk en veel zweten zijn.
- Tricyclische antidepressiva (TCA’s): Een oudere groep antidepressiva met een brede werking op meerdere neurotransmitters. Hoewel effectief, veroorzaken ze ook vaker bijwerkingen zoals slaperigheid, gewichtstoename en een droge mond. Bekende voorbeelden zijn amitriptyline en nortriptyline.
- Monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers): Deze medicatie remt het enzym monoamineoxidase, dat verantwoordelijk is voor het ‘afbreken’ van neurotransmitters in je hersens. Ze worden weinig voorgeschreven vanwege interacties met voeding en andere medicijnen. Het bekendste voorbeeld in Nederland is tranylcypromine (Parnate).
- Atypische antidepressiva: Dit zijn ‘losse’ middelen met een unieke werking voor het bestrijden van depressieve symptomen. Bekende voorbeelden van deze ‘overige’ antidepressiva zijn: bupropion (Wellbutrin), dat ook wordt gebruikt bij rookverslaving, en mirtazapine (Remeron).
Waarom stoppen met antidepressiva?
Stoppen met antidepressiva kan om verschillende redenen. Bijvoorbeeld omdat je klachten gestabiliseerd zijn, je te veel last hebt van bijwerkingen, of vanwege een kinderwens. Ook kun je stoppen met bepaalde antidepressiva vanwege een persoonlijke keuze. Zo kun je je niet prettig voelen bij langdurig gebruik van medicatie of wil je proberen om op een andere manier je depressieve symptomen te verminderen, zoals via therapie en aanpassingen in je leefstijl.
Hoewel de redenen om te stoppen met antidepressiva compleet kunnen verschillen, is het belangrijk om altijd professionele begeleiding te zoeken bij het stoppen. Te snel afbouwen kan zorgen voor ontwenningsverschijnselen, zoals duizeligheid, misselijkheid, prikkelbaarheid en elektrische schokgevoelens (brain zaps). Daarnaast is er het risico dat je een terugval krijgt van depressieve of angstklachten. Professionele begeleiding bestaat meestal vooral uit een persoonlijk afbouwschema. Soms wordt ook gekeken naar aanvullende therapie of ondersteuning om je te helpen stoppen.
Wanneer is het juiste moment om af te bouwen?
Het juiste moment om af te bouwen hangt af van veel factoren, waaronder je mentale gezondheid, levenssituatie en hoelang je de medicatie al gebruikt. Een van de belangrijkste voorwaarden om te stoppen met antidepressiva is dat je mentaal stabiel bent, volgens een publicatie door Harvard Health uit 2022. Dit betekent dat je je al langere tijd goed voelt, zonder ernstige depressieve of angstklachten.
Afbouwen werkt ook het beste in een relatief rustige periode in je leven. Grote veranderingen zoals een verhuizing, relatieproblemen of werkstress, kunnen de kans op een terugval vergroten. Langdurig antidepressiva gebruiken verhoogt daarnaast het risico op een langzaam afbouwproces. De kans op ontwenningsverschijnselen is dan veel groter. Op tijd stoppen en antidepressiva niet te lang gebruiken helpen daarom met succesvol afbouwen.
Advies en risico’s
Overleg altijd met je behandelend arts over het juiste moment om af te bouwen. Deze kan helpen om de timing te bepalen en risicofactoren in te schatten. Denk bijvoorbeeld aan eerdere depressieve episodes of een gebrek aan een sociaal vangnet. Ook ervaren veel mensen een verandering in stemming afhankelijk van het seizoen. In de herfst en winter kunnen depressieve klachten verergeren door minder daglicht. Afbouwen is daarom gemiddeld effectiever in de lente of zomer, volgens een studie uit 2020 in Epidemiology and Psychiatric Sciences. Je behandelend arts zal uiteindelijk een persoonlijk advies geven over de timing, een afbouwschema opstellen en eventueel aanvullende begeleiding bespreken, zoals therapie.
Hoe ziet een veilig afbouwschema eruit?
Een veilig afbouwschema ziet eruit als een persoonlijk plan waarmee ontwenningsverschijnselen beperkt blijven en de kans op terugval minimaal is. Dit betekent geleidelijk afbouwen. Anti-depressiva afbouwschema’s zijn echter niet altijd hetzelfde. Zo maakt het type medicatie een belangrijk verschil. Bij kortwerkende medicatie zoals paroxetine kunnen meer onttrekkingsverschijnselen optreden dan bij langwerkende middelen zoals citalopram. Je moet dan langzamer afbouwen of bijvoorbeeld tijdelijk overschakelen naar een langwerkend antidepressivum.
Stapsgewijs afbouwen komt het meest voor, volgens de Italiaanse psychiater Giovanni Fava in het handboek Discontinuing Antidepressant Medications. Je dosis wordt dan geleidelijk verminderd in stappen van weken of maanden. Dit kan proportioneel (in stappen van bijvoorbeeld 50%). Ook wordt vaak gekozen voor langzamer afbouwen bij lage doseringen. Na het halveren van een dosering van 30 mg naar 15 mg, bouw je dan bijvoorbeeld af in stappen van 1 mg (van 15 mg naar 14 mg, en van 14 mg naar 13 mg). Taperingstrips helpen om zo nauwkeurig mogelijk af te bouwen. Ook is het een oplossing voor mensen die gevoeliger zijn voor ontwenningsverschijnselen.
Als iemand langdurig antidepressiva gebruikt en het risico op heftige ontwenning groot is, kan ook worden gekozen voor een stabiliserend afbouwschema. Na het verlagen van de dosering bouw je dan een tijdelijke verhoging of stabilisatie in. Dit helpt om je hersenen aan te passen en een terugval te voorkomen. Deze vorm van afbouwen wordt door sommige psychiaters ook wel “op en neer afbouwen” genoemd.
Voorbeeld afbouwschema’s
Hieronder vind je een voorbeeld afbouwschema voor een kortwerkend antidepressivum (paroxetine) en een langwerkend antidepressivum (citalopram). Een afbouwschema voor kortwerkende antidepressiva is vrijwel altijd langer dan voor langwerkende antidepressiva, volgens onderzoek uit 2021 in British Journal of General Practice. Dit komt doordat een langwerkend medicijn langer in je lichaam blijft, waardoor je lichaam minder snel ontwenningsverschijnselen ontwikkelt.
Voorbeeld afbouwschema paroxetine (20 mg)
- Week 1-2: 17,5 mg
- Week 3-4: 15 mg
- Week 5-6: 12,5 mg
- Week 7-8: 10 mg
- Week 9-10: 7,5 mg
- Week 11-12: 5 mg
- Week 13-14: 2,5 mg
- Week 15: Stoppen
Voorbeeld afbouwschema citalopram (20 mg)
- Week 1-2: 15 mg
- Week 3-4: 10 mg
- Week 5-6: 7,5 mg
- Week 7-8: 5 mg
- Week 9-10: 2,5 mg
- Week 11: Stoppen
Welke bijwerkingen kun je verwachten tijdens het afbouwen?
Bijwerkingen die je kunt verwachten tijdens het afbouwen zijn onder meer hoofdpijn, duizeligheid, angstgevoelens en stemmingswisselingen. Zowel fysieke als psychische klachten komen veel voor en kunnen wekenlang aanhouden. Fysieke klachten lijken vaak op griepachtige verschijnselen. Psychische klachten kunnen verward worden met een terugval van je depressie of psychische aandoening. Een terugval komt echter meestal pas na een langere periode, niet binnen een paar dagen of weken. Sommige mensen zijn gevoeliger voor bijwerkingen tijdens het afbouwen. Wanneer je langdurig antidepressiva in hoge doseringen hebt gebruikt, neemt de kans op ontwenningsverschijnselen toe.
Enkele fysieke bijwerkingen die je kunt verwachten tijdens het afbouwen zijn:
- Duizeligheid, van lichte zweverigheid tot heftige draaierigheid
- Hoofdpijn of een ‘druk’ gevoel in je hoofd
- Maag-darmklachten zoals misselijkheid, diarree of buikpijn
- Oorsuizen
- Brain zaps (gevoel van elektrische schokjes in je hoofd)
Enkele psychische bijwerkingen die je kunt verwachten tijdens het afbouwen zijn:
- Stemmingswisselingen, zoals plotseling verdriet, frustratie of irritatie
- Angstgevoelens en overgevoeligheid voor stress
- Prikkelbaarheid, snel boos worden zonder duidelijke reden
- Slaapproblemen, van moeite met inslapen tot heftige nachtmerries
Hoe kun je jezelf ondersteunen tijdens het afbouwen?
Je kunt jezelf ondersteunen tijdens het afbouwen door aandacht te hebben voor zowel je fysieke als mentale welzijn. Je kunt hierbij denken aan leefstijlaanpassingen, zoals meer beweging en gezonde voeding. Ook psychologische ondersteuning en het zoeken naar sociale contacten zijn belangrijk, volgens Britse onderzoekers in The Annals of Family Medicine. Sommige mensen merken daarnaast veranderingen in hun gewicht tijdens het afbouwen, vooral bij antidepressiva die invloed hebben op de stofwisseling zoals amitriptyline en mirtazapine. Een evenwichtig dieet en voldoende lichamelijke beweging helpen om deze gewichtsveranderingen te managen.
Enkele manieren om jezelf te ondersteunen tijdens het afbouwen zijn:
- Aanpassingen in leefstijl zoals voldoende beweging, gezonde voeding en slaaphygiëne
- Psychologische ondersteuning, zoals een therapeut of zelfhulpgroep
- Mindfulness en ontspanningstechnieken, zoals ademhalingsoefeningen
- Sociale contacten opzoeken voor steun, zoals vrienden en familie
Waar vind je professionele hulp bij het afbouwen?
Je vindt professionele hulp bij het afbouwen via de huisarts of je behandelend arts. De huisarts is meestal het eerste aanspreekpunt bij het afbouwen van antidepressiva. Deze kan een afbouwplan opstellen of aanpassen, je monitoren op ontwenningsverschijnselen en je doorverwijzen naar een specialist. Wanneer je al wordt begeleid door een psychiater, heeft deze vrijwel dezelfde taken. Een psychiater kan echter direct psychotherapeutische hulp geven, terwijl een huisarts je hiervoor moet doorverwijzen.
Professionele ondersteuning bestaat vaak uit cognitieve gedragstherapie. Dit helpt je om te gaan met negatieve gedachten zoals angst of depressie tijdens het afbouwen. Bij antidepressiva kan er ook sprake zijn van medicijnverslaving. Je ervaart dan meestal een meer intense ontwenning en hebt meer begeleiding nodig om je afhankelijkheid aan antidepressiva de baas te zijn. Sommige verslavingsklinieken bieden gespecialiseerde afbouwpoli’s. Je krijgt hier intensieve begeleiding om te helpen met het afbouwen. Ook sta je in contact met lotgenoten en ervaringsdeskundigen in zo’n poli. Deze kun je ook vinden in online ondersteuningsgroepen.
Vind jij het moeilijk om te stoppen met je medicatie? Mogelijk ben je afhankelijk geworden. Bel 020 – 532 0030 en krijg deskundig advies over de beste behandelopties in jouw situatie.
Hoe voorkom je terugval na het afbouwen?
Je voorkomt terugval na het afbouwen door een goede voorbereiding. Ook wanneer het afbouwen je makkelijk afging en je weinig last had van de ontwenning, is het belangrijk om voorbereid te zijn op mogelijke terugval. Ongeveer 50% van alle mensen met depressie belandt in een tweede depressie, volgens een studie uit 2020 in het vakblad Plos One. De kans op een nieuwe depressie stijgt naar zo’n 60-70% na een tweede depressie. Mensen die drie depressieve episodes achter de rug hebben, lopen zo’n 90% kans op een volgende. Met de juiste voorbereiding verklein je de kans op depressie, maar kun je óók snel eruit komen wanneer je toch een terugval doormaakt.
Enkele manieren om terugval te voorkomen of hiermee om te gaan zijn:
- Maak een signaleerplan: Stel een plan op voor vroege waarschuwingssignalen (zoals slaapproblemen of verhoogde angst), bedenk specifieke acties (zoals het opnieuw verhogen van de dosis of teruggaan naar therapie), en maak een lijst met contactpersonen (zoals een vertrouwenspersoon of je huisarts).
- Ontwikkel copingstrategieën: Leer om te gaan met stress en tegenslagen door bijvoorbeeld mindfulness toe te passen, ademhalingstechnieken te doen en zelfzorg toe te passen.
- Zorg voor een back-up plan bij crisis: Vergelijkbaar met een signaleerplan, maar meer gericht op snelle actie, ook voor je omgeving (via bijvoorbeeld uitgeschreven instructies).
- Volg follow-up afspraken: Houd een oogje in het zeil op je mentale gezondheid na het afbouwen. Zorg voor regelmatige check-ins met je arts of psychiater.
- Overweeg alternatieven voor antidepressiva: Het afbouwen van antidepressiva is het meest effectief wanneer je zorgt voor een stabiele basis voor je psychische klachten, van psychotherapie tot mindfulness en grote aanpassingen in je leefstijl.
Ervaringsverhalen en tips van lotgenoten
Antidepressiva helpen, maar afbouwen is voor veel mensen een lastige taak volgens veel ervaringsverhalen. In blogs van de Depressie Vereniging delen verschillende lotgenoten bijvoorbeeld dat het tegenvalt hoeveel maanden ze last houden van lichte of meer ernstige klachten. Taperingstrips zijn erg nuttig voor de laatste loodjes en zorgen in de meeste gevallen voor een positief eindresultaat. Volgens succesverhalen is de steun van naasten hierin ook belangrijk voor het delen van zorgen en mentale ondersteuning bij psychische klachten.
Ook na het afbouwen kan er nog een overgangsperiode zijn. Zo ervaren sommigen heftige emoties in de periode na het stoppen. Volgens de Nederlandse psychiater en hoogleraar Jim van Os heeft dit ook te maken met de werking van antidepressiva, die mensen een beetje onverschillig maken. Hierdoor is het normaal dat je misschien schrikt van het voelen van emoties die naar boven komen. Therapie en steungroepen voor lotgenoten kunnen helpen om deze gevoelens weer te integreren in je bestaan. Op die manier voorkom je dat je antidepressiva weer nodig zou hebben. Wel kan een arts met een patiënt regelmatig bespreken in hoeverre deze emoties normaal zijn of een waarschuwing vormen van een terugval.
Veelgestelde vragen
Hoe lang duurt het afbouwen gemiddeld?
Gemiddeld duurt het afbouwen van antidepressiva een paar maanden. Veel hangt echter af van de dosering die je gebruikt en het middel. Langwerkende antidepressiva kun je sneller afbouwen dan kortwerkende.
Kan ik cold turkey stoppen?
Nee, cold turkey stoppen is niet verstandig bij antidepressiva. Het kan tot ernstige klachten leiden waaronder zelfmoordgedachten. Geleidelijk afbouwen is daarom het advies volgens de (beperkte) wetenschappelijke literatuur.
Wat als het afbouwen niet lukt?
Neem contact op met je arts en zoek professionele hulp wanneer je niet kunt afbouwen. Mogelijk heb je therapie nodig, moet je langzamer afbouwen of kan een switch naar een ander antidepressivum helpen.
Moet ik vrij nemen van werk tijdens het afbouwen?
Vrijnemen van werk kan helpen om minder stress te ervaren, angst te voelen en je volledig te richten op herstel. In de meeste gevallen is verlof niet nodig om succesvol af te bouwen, tenzij je last hebt van een heftige ontwenningsperiode.
Hoe herken ik het verschil tussen ontwenning en terugval?
Ontwenning begint vrijwel direct na het verlagen van je dosis en symptomen verbeteren meestal binnen een paar weken. Een terugval gaat geleidelijk en de klachten blijven.
Wat kan ik doen tegen vermoeidheid tijdens het afbouwen?
Zorg voor een vast slaappatroon, beweeg regelmatig en eet gezond. Wanneer je dit doet kun je beter slapen en is je lichaam in staat om beter om te gaan met vermoeidheidsklachten.