Paniekstoornis

Wat is een paniekstoornis? Symptomen, oorzaken en behandeling

Een paniekstoornis is een mogelijk levensontwrichtende angststoornis die gepaard gaat met intense paniekaanvallen, waarbij iemand het gevoel kan hebben om dood te gaan. Uit angst voor het krijgen van een nieuwe paniekaanval, zullen mensen met een paniekstoornis situaties gaan vermijden waar deze vaak voorkomt. Hierdoor kunnen ze steeds meer sociale beperkingen op zichzelf leggen en zichzelf sociaal uitsluiten. Zo’n 2 tot 4% van de Nederlandse bevolking lijdt aan een vorm van een paniekstoornis, wat het volgens R. Goodwin et al. in European Neuropsychopharmacology een van de meest veel voorkomende angststoornissen maakt.

Op deze pagina wordt uitgelegd welke symptomen bij een paniekstoornis mogelijk zijn, de oorzaken van deze aandoening en hoe behandeling van een paniekstoornis eruitziet.


Wat is een paniekstoornis?

Een paniekstoornis is een type angststoornis waarbij iemand regelmatig onverwachte paniekaanvallen heeft en voortdurend bezorgd is om een nieuwe paniekaanval te krijgen. Doordat deze terugkerende paniekaanvallen gepaard gaan met intense angst en de gevolgen daarvan onvoorspelbaar zijn, kan iemand met een paniekstoornis onbekende situaties gaan vermijden. Een paniekstoornis zorgt zo voor terugtrekking uit het sociale leven en kan leiden tot agorafobie (pleinvrees), volgens M. G. Craske et al. in het handboek CBT for Anxiety Disorders.

DIRECT IEMAND AAN DE LIJN?

Bel voor advies

bel 020 - 532 0030
Ma-Vrij van 07:00 - 22:00

Wat zijn de symptomen van een paniekstoornis?

De symptomen van een paniekstoornis zijn zowel fysiek als emotioneel en cognitief van aard. Ze omvatten niet alleen de paniekaanval zelf, die meestal slechts enkele minuten lang aanhoudt, maar ook de angst en symptomen hieromheen. Volgens een studie door A. Meuret et al. in Journal of Psychiatry bepalen de fysieke kenmerken van een paniekaanval echter wel in belangrijke mate hoe hevig andere symptomen kunnen zijn.

Fysieke symptomen

Dit zijn mogelijke fysieke symptomen van een paniekstoornis:

  • Koude rillingen
  • Hartkloppingen
  • Hyperventilatie en ademnood
  • Zweten
  • Misselijkheid
  • Duizeligheid
  • Tintelende handen
  • Pijn in de borst
  • Trillen

Emotionele en cognitieve symptomen

Dit zijn mogelijke emotionele en cognitieve symptomen van een paniekstoornis:

  • Intense angst tijdens een paniekaanval
  • Plotseling gevoel van intens onbehagen
  • Gevoel dat je de controle verliest
  • Angst om dood te gaan of gek te worden
  • Voortdurend bang en gespannen voor een nieuwe aanval
  • Chronische stress
  • Heftige angst voor het dagelijks leven en openbare ruimten

Oorzaken en risicofactoren

Er is geen één specifieke oorzaak voor het ontstaan van een paniekstoornis. Wel zijn er verschillende mogelijke risicofactoren die bij kunnen dragen aan het ontwikkelen van een paniekstoornis, volgens C. Barr Taylor in British Medical Journal. Genetische aanleg speelt ook een belangrijke rol voor een deel van de mensen met een paniekstoornis.

Genetische factoren

Uit onderzoek blijkt dat genetische factoren een rol spelen in de ontwikkeling van angststoornissen, waaronder een paniekstoornis. Verschillende hersengebieden gerelateerd aan angst werken bij patiënten anders op basis van genetische aanleg, volgens een belangrijke studie uit 2000 door J. Gorman et al. in American Journal of Psychiatry. Ook zijn er aanwijzingen voor de genetische aanleg van agorafobie, volgens S. Hamilton et al. in Neuropsychopharmacology.

Milieu- en levensstijlfactoren

Een paniekstoornis kan zich ontwikkelen onder invloed van verschillende situaties en gebeurtenissen in het dagelijkse leven, zogeheten milieu- en levensstijlfactoren. Volgens R. Noyes et al. in Journal of Nervous and Mental Disease kunnen traumatische ervaringen en de thuissituatie een belangrijke rol spelen in het ontwikkelen van een paniekstoornis, zoals een scheiding of de dood van geliefden. Ook alleenstaand wonen, het hebben van een laag inkomen en overmatig drugs- en alcoholgebruik zijn mogelijke risicofactoren.

Psychologische factoren

Mensen met een paniekstoornis hebben bovengemiddeld vaak last van andere psychische aandoeningen, zoals een depressie, schizofrenie of dwangstoornis. Ook comorbide angststoornissen zijn een grote risicofactor voor het ontwikkelen van een paniekstoornis, volgens een studie uit 2006 in Journal of Clinical Psychiatry. Volgens C. Bonham et al. in Psychiatry Journal leidt de combinatie van andere psychologische problemen met een paniekstoornis vaak tot meer heftige symptomen.


Diagnose van een paniekstoornis

Een paniekstoornis wordt gediagnosticeerd door een psycholoog of psychiater. Mensen met een paniekstoornis melden zich meestal eerst bij de eerstelijnszorg, zoals een huisarts of polikliniek. Na doorverwijzing worden ze dan door een gekwalificeerde hulpverlener in de geestelijke gezondheidszorg verder onderzocht.

Diagnostische criteria

De gehanteerde diagnostische criteria van een paniekstoornis in Nederland zijn afkomstig van de vijfde editie van het handboek Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, vaak afgekort tot DSM. Ook de criteria voor agorafobie, dat vaak in combinatie met een paniekstoornis voorkomt, zijn ontleend aan dit handboek, zoals concrete angst voor gebruik van (openbaar) vervoer en de aanwezigheid in bepaalde situaties of ruimtes.

De diagnostische criteria van een paniekstoornis zijn:

  • Terugkerende, onverwachte paniekaanvallen (die gepaard gaan met symptomen zoals hierboven beschreven)
  • Een of meerdere van deze paniekaanvallen moet minstens één maand lang gekenmerkt worden door:
    • Voortdurend bezig zijn met of bezorgd zijn over nieuwe paniekaanvallen
    • Significante gedragsverandering ten opzichte van de omgeving/bepaalde situaties
  • De stoornis is niet veroorzaakt door de (bij)werking van een middel en kan niet verklaard worden door een andere psychische stoornis

Proces van diagnose

Een psycholoog of psychiater stelt een diagnose vast op basis van klinisch onderzoek. Ook wordt een patiënt zorgvuldig ondervraagd over de symptomen waar hij last van heeft. Volgens de GGZ-standaarden van het samenwerkingsverband Akwa GGZ zal de hulpverlener hierbij onder meer proberen te achterhalen of er niet sprake is van een andere angststoornis, zoals een dwangstoornis of gegeneraliseerde angststoornis. Na diagnose wordt een behandelplan voorgesteld.


Behandeling van paniekstoornis

Een paniekstoornis kan over het algemeen goed behandeld worden, hoewel volledig herstel niet gegarandeerd is. Volgens B. Bandelow in het wetenschappelijke tijdschrift Anxiety Disorders wordt voor de behandeling van een paniekstoornis een combinatie van psychotherapie (vaak cognitieve therapie) en medicatie (zoals benzodiazepinen) aanbevolen.

Psychotherapie (bijv. cognitieve gedragstherapie)

Psychotherapie, een behandelmethode waarbij psychische en emotionele problemen door middel van gesprekken met een therapeut worden behandeld, kan helpen om de angst omtrent een paniekstoornis en de symptomen ervan te verminderen. In een behandeltraject wordt dan meestal gekozen voor de psychotherapeutische behandelvorm cognitieve gedragstherapie, die volgens N. Grey et al. in Behavioural and Cognitive Psychotherapy snel een grote impact kan hebben.

Patiënten leren in een behandeltraject onder meer om angstige gedachten makkelijker los te koppelen van bepaalde plekken of situaties waar ze regelmatig paniekaanvallen krijgen. Ook leren ze beter om te gaan met een paniekaanval zelf, zodat symptomen minder hevig zijn.

Medicatie (bijv. SSRI’s, benzodiazepinen zoals Xanax)

Naast psychotherapie kan een patiënt ook medicatie voorgeschreven krijgen voor een paniekstoornis. Antidepressiva, zoals selectieve serotonine heropname remmers (SSRI’s), helpen onder meer om angst te verminderen en de frequentie van paniekaanvallen te verlagen. Ook worden benzodiazepinen zoals Xanax vaak gebruikt bij een paniekstoornis, ondanks de grotere kans op een medicijnverslaving en de meer heftige ontwenningsverschijnselen.

Volgens een Britse studie uit 2019 door J. Breilmann et al. kan dit onder meer te maken hebben met het feit dat benzo’s sneller effect kunnen hebben. Het lange termijn effect van benzodiazepinen op de symptomen van een paniekstoornis is echter minder sterk dan SSRI’s of psychotherapie, volgens P. Ham et al. in American Family Physician.

Levensstijlveranderingen en zelfzorg

De symptomen en intensiteit van een paniekstoornis kunnen volgens N. Schmidt et al. in Journal of Psychopathology and Behavioral Assessment ook gerelateerd zijn aan de lichamelijke gezondheid. Levensstijlveranderingen en zelfzorg kunnen daardoor bijdragen aan herstel, zoals beter zorgen voor het eigen lichaam door middelengebruik (alcohol en drugs) en inname van stimulerende stoffen als cafeïne en suiker te beperken.


Leven met een paniekstoornis

Behandeling van een paniekstoornis leidt niet altijd tot permanent herstel, waardoor het belangrijk is om altijd alert te zijn op de terugkeer van symptomen. Een Nederlandse studie uit 2013 in Journal of Affective Disorders stelt bijvoorbeeld dat zo’n 1 op de 4 angststoornissen vroeg of laat terugkeert, maar er zijn aanwijzingen dat dit aantal flink hoger ligt voor paniekstoornissen. Het is daarom zaak om tijdig opnieuw behandeling te zoeken bij de terugkeer van symptomen en een eerste paniekaanval, om te voorkomen dat een vicieuze cirkel ontstaat waarin de aandoening verergert.


Veelgestelde vragen

Gaat een paniekstoornis over?

Een paniekstoornis gaat bij heel veel mensen niet over. Schattingen variëren, maar mogelijk herstelt slechts 30 tot 50% van alle mensen volledig van een paniekstoornis.

Wat moet je doen bij een paniekstoornis?

Bij een paniekstoornis is het belangrijk om zo snel mogelijk behandeling te zoeken. Hoewel de stoornis bij veel mensen nooit volledig verdwijnt, is deze wel goed behandelbaar.

Wat is het verschil tussen een angststoornis en paniekstoornis?

Het verschil tussen een angststoornis en paniekstoornis is voornamelijk de intense angst waarmee een paniekaanval bij een paniekstoornis gepaard gaat. Ook speelt de angst voor meerdere paniekaanvallen een grote rol bij een paniekstoornis, terwijl angst bij een angststoornis op tal van zaken gericht is.

bel Bel ons voor advies