Is verslaving erfelijk?

Is verslaving erfelijk? Genetische factoren en omgevingsfactoren

Volgens genetici zoals David Goldman is verslaving voor 40 tot 75% erfelijk. Door je genen heb je mogelijk een grotere kans om verslaafd te raken aan bijvoorbeeld drugs en alcohol. Zo zijn er genetische variaties die de effecten van bepaalde middelen in de hersenen versterken. Ook kan het beloningssysteem in je hersenen door je DNA anders werken, waardoor je al op jongere leeftijd een grotere kans hebt om verslaafd te raken.

Maar verslaving is niet alleen genetisch bepaald. Ook de omgeving en andere factoren spelen een belangrijke rol. Op deze pagina geven we het volledige antwoord op de vraag “Is verslaving erfelijk?”. We bespreken belangrijke genen die verslavingsgedrag bevorderen. Ook leggen we uit welke stappen je kunt ondernemen om verslaving te voorkomen wanneer de ziekte veel in je familie voorkomt.


Basisbegrip van erfelijkheid

Erfelijkheid is het proces waarbij genetische informatie (DNA) wordt doorgegeven van generatie op generatie. Deze informatie kan bepaalde eigenschappen in je lichaamscellen reguleren, zoals haarkleur of hoe makkelijk je vet opslaat. Erfelijkheid kan ook een rol spelen in je gedrag en je meer vatbaar maken voor ziektes, volgens gedragsgeneticus Gerald McClearn. Zo hebben genetische factoren invloed op je intelligentie, persoonlijkheid en kunnen ze de kans op genetische mutaties vergroten.


Wat is verslaving?

Verslaving is een ziekte waarbij je de controle verliest over het gebruik van een middel of het uitvoeren van bepaalde handelingen. Dit heeft vaak negatieve gevolgen voor je gezondheid en omgeving. Er zijn verschillende soorten verslavingen. Meestal worden ze verdeeld over twee categorieën: een middelenverslaving, zoals alcoholverslaving en drugsverslaving, en een gedragsverslaving, zoals een gokverslaving of eetverslaving.

Een verslaving ontwikkelt zich aan de hand van verschillende factoren:

  • Genetische factoren: Door erfelijke aanleg is iemand meer vatbaar voor verslaving
  • Biologische factoren: De hersenen passen zich aan door veranderingen van de neurotransmitters, zoals dopamine en serotonine, als gevolg van de effecten van drugs of bepaald gedrag
  • Psychologische en sociale factoren: Persoonlijkheidskenmerken en sociale normen kunnen een rol spelen bij verslaving
  • Omgevingsfactoren: Het risico op verslaving wordt verhoogd door de beschikbaarheid van middelen en een omgeving waarin het gebruik of gedrag normaal is

Genetische factoren in verslaving

Uit steeds meer onderzoek blijkt dat genetica een belangrijke rol spelen bij verslaving. Er zijn honderden genen die geassocieerd worden met verslavingsgedrag, volgens een studie uit 2009 in PLoS One. Variaties in deze genen kunnen worden overgedragen door beide ouders. Zo kan iemand een erfelijke aanleg hebben voor het ontwikkelen van verslaving. Is verslaving erfelijk hierdoor? Het antwoord hierop hangt af van de rol die de omgeving en andere factoren kunnen hebben in vergelijking met erfelijke factoren.

Belangrijke genen die verslavingsgedrag bevorderen zijn:

  • DRD2-gen
  • CHRNA2-gen
  • OPRM1-gen

DRD2-gen: Dopamine en alcoholverslaving

Het DRD2-gen speelt een belangrijke rol bij het beloningssysteem van de hersenen. Dit stukje genetische informatie helpt namelijk bij het verwerken van dopamine signalen. Zo reguleert het de hoeveelheid dopamine in je hersenen. Bij sommige variaties van het gen beperkt het de gevoeligheid voor natuurlijke prikkels. Je kunt dan eerder op zoek gaan naar alternatieve prikkels die extra dopamine afgeven, zoals drugs of riskant gedrag. Zo ervaar je hetzelfde niveau van beloning. Het DRD2-gen speelt volgens Amerikaans onderzoek in Pharmacogenetics and Genomics onder meer een rol bij ernstige vormen van alcoholisme en gokverslaving.

CHRNA2-gen: Misbruik van nicotine en wiet

Het CHRNA2-gen helpt signalen te verwerken voor de neurotransmitter acetylcholine. Nicotine is een van de stoffen die een grote invloed heeft op deze neurotransmitter, die gebruikers een fijn gevoel geeft. Mensen met bepaalde genetische varianten van het CHRNA2-gen hebben een hogere gevoeligheid voor de effecten van nicotine op acetylcholine. Kleine hoeveelheden nicotine leiden dan al sneller tot een belonend effect. Op die manier draagt het gen bij aan het ontwikkelen van een nicotineverslaving. Ook lijkt het gen een rol te spelen bij cannabisverslaving, volgens een recente studie uit 2019 in Nature Neuroscience.

OPRM1-gen: Opiaten

Het OPRM1-gen helpt met de verwerking door het lichaam van de signalen van opioïden, zoals pijnvermindering, gevoelens van euforie en een gevoel van welzijn. Variaties in dit gen kunnen ervoor zorgen dat je meer gevoelig bent voor deze signalen, waardoor je eerder de effecten ervaart van opiaten zoals morfine en heroïne. Zo wordt het beloningssysteem sneller geactiveerd.

Het is ook mogelijk dat je juist minder gevoelig bent en meer van de stof nodig hebt om de positieve effecten te ervaren, zoals bij opioïde pijnstillers als oxycodon en fentanyl. Hierdoor moet je meer gebruiken en ontstaat sneller een afhankelijkheid. Variaties in het OPRM1-gen spelen zo een belangrijke rol bij het ontwikkelen van een verslaving aan opioïden.


Omgevingsfactoren

Omgevingsfactoren kunnen ook een grote invloed hebben op het ontwikkelen van verslaving. Zo kan de kans op verslaafd gedrag worden versterkt door je ouders en opvoeding, sociaal-economische status, en als gevolg van traumatische ervaringen en stress.

Familie en opvoeding

Je opvoeding en familie bepalen in belangrijke mate hoe je tegen middelengebruik en verslavend gedrag aankijkt. Een gebrek aan ouderlijk toezicht op jongere leeftijd, slechte communicatie en aanwezige verslavingsproblemen binnen het gezin kunnen het risico op verslaving vergroten. Een ondersteunende, stabiele thuisomgeving met duidelijke grenzen en positieve rolmodellen kan juist beschermend werken tegen verslaving en helpen met je persoonlijkheid.

Sociaal-economische status

Socio-economische factoren zoals inkomen, opleidingsniveau en werkgelegenheid kunnen het risico op verslaving beïnvloeden. Een gebrek aan opleiding, armoede en werkloosheid zijn grote risicofactoren voor drugsgebruik, alcoholisme en verslavend gedrag, volgens onderzoekers in International Journal of High Risk Behaviors and Addiction.

Trauma en stress

Overmatig drugs- en alcoholgebruik is in sommige gevallen een reactie op traumatische gebeurtenissen. Het gebruik van verslavende middelen is dan een manier om met de psychische pijn en stress om te gaan. Langdurige blootstelling aan stress kan ook leiden tot overmatig en langdurig gebruik van middelen. Zo zorgt stress voor hormonale veranderingen in de hersenen die de gevoeligheid voor verslaving vergroten, volgens de verslavingspsycholoog Pablo Ruisoto.


Omgeving vs. Erfelijkheid

In de wetenschap is veel debat over de vraag of verslaving erfelijk is of voornamelijk wordt bepaald door de omgeving. Onderzoekers gebruiken vaak tweelingstudies om de rol van genetische aanleg en de omgeving te onderzoeken. Eeneiige tweelingen (met dezelfde genen van beide ouders) en twee-eiige tweelingen (die ongeveer 50% van hun genen delen) worden dan met elkaar vergeleken om te zien of erfelijke aanleg een grotere rol speelt dan omgevingsfactoren. Uit deze studies blijkt onder meer dat erfelijke aanleg bij nicotineverslaving belangrijker is dan de omgeving, volgens de Nederlands hoogleraar Jacqueline Vink in Behavior Genetics.

Een bepaald gen dat in de familie zit betekent echter niet dat je per definitie verslaafd zal worden. Je persoonlijkheid en gedrag blijven voor een deel bepaald door het milieu waarin je opgroeit, volgens een studie uit 2012 in Current Psychiatry Reports. Voor sommige verslavingen is deze rol groter dan bij anderen. Mensen hebben met andere woorden nog steeds een keuze.


Neurobiologie van verslaving

De neurobiologie van verslaving is complex en wordt nog altijd niet goed begrepen. Het omvat verschillende hersensystemen en veel neurotransmitters. Twee belangrijke aspecten in de neurobiologie van verslaving zijn het dopaminesysteem en het beloningsysteem.

Dopaminesysteem

Het dopaminesysteem is een cruciaal onderdeel van de neurobiologie van verslaving. Dopamine is een neurotransmitter die betrokken is bij verschillende functies in de hersenen, waaronder beloning, motivatie, plezier en motorische controle. Het dopaminesysteem bestaat uit neuronen die dopamine produceren en projecteren naar verschillende delen van de hersenen.

Bij verslaving is er vaak sprake van een verstoring van het dopaminesysteem. Het gebruik van verslavende middelen zoals drugs of alcohol kan zorgen voor een overschot aan dopamine in de hersenen. Dit zorgt voor een gevoel van intens plezier en beloning, wat het verlangen naar verdere consumptie van de stof versterkt. Na verloop van tijd kan het dopaminesysteem echter minder gevoelig worden voor natuurlijke beloningen. Mensen hebben dan meer van de verslavende stof nodig om dezelfde effecten te bereiken.

Beloningssysteem

Het beloningssysteem van de hersenen is een netwerk van neuronen en neurotransmitters die betrokken zijn bij het ervaren van plezier. Een verslavend middel kan de natuurlijke signalen voor beloning in de hersenen overspoelen. Je bent door dit overschot aan ‘beloning’ minder gemotiveerd om ‘normale’ activiteiten te ondernemen die je eerder wel fijn vond. De veranderingen in het beloningssysteem zorgen ervoor dat je steeds meer op zoek gaat naar verslavende stoffen die het beloningssysteem voldoende activeren.


Preventie en behandeling

Kennis over de erfelijke aanleg voor verslaving, bijvoorbeeld door je familiegeschiedenis of genetische tests, kan helpen bij preventie. Je kunt dan proactieve stappen ondernemen om verslaving te voorkomen. Zo kun je gezonde copingmechanismen ontwikkelen om stress en trauma’s om te gaan. Ook kun je omgevingen en situaties vermijden waar verslavende stoffen gemakkelijk verkrijgbaar zijn.

Een behandeling op maat die rekening houdt met genetische factoren bestaat nog niet echt. Mogelijk kan genetische informatie in de toekomst wel concreet gebruikt worden voor een gepersonaliseerde behandeling. Voor mensen met een familiegeschiedenis van verslaving zijn er al wel verschillende ondersteunende middelen en programma’s beschikbaar. Deze helpen hen om hun risico op verslaving te verminderen en gezonde levensstijlkeuzes te maken. Denk bijvoorbeeld aan educatieve programma’s om kennis over verslaving te vergroten en counseling om vaardigheden voor stressmanagement te ontwikkelen.

Ben jij verslaafd en wil je weten wat voor behandeling je kunt volgen? Of zoek je hulp voor iemand in je familie? Bel anoniem 020 – 532 0030 voor advies op maat over de beste behandelingen in jouw situatie.


Veelgestelde vragen

Kunnen familieleden van alcoholisten een hoger risico lopen op alcoholverslaving?

Ja, familieleden van alcoholisten lopen een hoger risico op alcoholverslaving. Erfelijkheid speelt namelijk een belangrijke rol bij de vatbaarheid voor alcoholisme.

In hoeverre speelt genetica een rol bij het ontwikkelen van een verslaving?

Genetica speelt een grote rol bij het ontwikkelen van een verslaving en kan voor sommige verslavingen de belangrijkste factor zijn. Zo is nicotineverslaving voor ongeveer 75% bepaald door genetische aanleg.

bel Bel ons voor advies